De virtuele appwinkels van Google en Apple staan wederom onder vuur nu de Amerikaanse overheid onder president Biden een oproep doet voor meer concurrentie op de appmarkt. De Nationale Telecommunicatie en Informatie-administratie deed in oproep van het ministerie van Handel enkele pittige uitspraken over de staat van de appmarkt. Het is nu aan de senaat om eventuele wetgeving op basis van deze aanbevelingen door te voeren.
Zo schreef het NTIA: "Het beleid [van Apple en Google] brengt potentieel schade toe aan de consument door prijzen op te drijven en innovatie tegen te werken." Voor veel techliefhebbers zal het geen verrassing zijn dat de appmarkt op de manier in elkaar steekt, maar het overheidsorgaan trekt daar twee conclusies uit:
- Consumenten kunnen grotendeels niet buiten het appstoremodel van Apple en Google treden. Dit betekent dat innovators zeer beperkte mogelijkheden hebben wat betreft het bereiken van consumenten.
- Apple en Google creëren hindernissen voor ontwikkelaars om zo het bereiken van consumenten te belemmeren. Dit doen de bedrijven onder meer door technische beperkingen op te leggen, bijvoorbeeld betreffende de manier waarop apps kunnen functioneren of door ontwikkelaars met een traag en ondoorzichtig controleproces te belemmeren.
Het onderdeel van het Amerikaanse ministerie heeft enkele concrete oplossing geformuleerd om de macht van Google en Apple aan banden te leggen. Zo zou het sideloaden van applicaties niet verboden mogen worden en zouden deze bedrijven hun eigen apps niet mogen voortrekken ten nadelen van concurrerende applicaties. Ook stelt het overheidsorgaan voor: "Pak beperkingen van in-app aankopen aan. Dit kan men doen door appstorebeleid te verbieden waardoor ontwikkelaars gedwongen worden om bepaalde in-app betalingssystemen te gebruiken."
Bronnen: NTIA, via Ars Technica