Elektrische voertuigen vormen een integraal onderdeel van de energietransitie, maar het blijft vaak in het midden in hoeverre een EV kan besparen. Uit onderzoek van EV-fabrikant Lightyear, PwC Strategy& en Stedin blijkt dat vooral toekomstige hyperefficiënte EV's belangrijk zijn; de immense druk op het Nederlandse stroomnet kan alleen zo ingeperkt worden.
De crux zit hem in de stroomvereisten die elektrische voertuigen hebben. Lightyear schat dat er voor een massale adoptie van EV's zo'n 15 terawattuur extra stroom nodig is; genoeg om 6 miljoen Nederlandse huishoudens een jaar van elektriciteit te voorzien. Kortom, dat is een enorme opgave, zeker gezien de totale stroombehoefte per Nederlander toch al gestaag stijgt, wat ook nog eens door de enerigecrisis in de hand gewerkt wordt.
Daar komen 'hyperefficiënte' EV om de hoek kijken. Volgens de onderzoekers is een dergelijke elektrische auto veel energiezuiniger dan een gemiddelde EV; een hyperefficiënt elektrisch voertuig verbruikt tot 50 procent minder stroom. Deze auto's kunnen eventueel met geïntegreerde zonnepanelen of met een gewone huishoudelijke stekker worden opgeladen. Al met al zou dit een investering van 2,2 miljard euro besparen vergeleken met eenzelfde inlijving van 'gewone' EV's. Dat is afhankelijk van je interpretatie een druppel op de gloeiende energietransistieplaat of een klein beetje, waar alle kleine beetjes helpen.
Het Lightyear 0-prototype wordt van stroom voorzien met geïntegreerde zonnepanelen en is naar eigen zeggen daarom een hyperefficiënte EV
Bron: Stedin