Apple heeft met de M1 een bijzondere en uitermate goed presterende system-on-a-chip weten neer te zetten. Ondanks dat hij door Apple is gemaakt heeft het bedrijf al onthuld dat M1-apparaten niet per se beperkt hoeven te zijn tot macOS. Windows-ondersteuning toevoegen zou namelijk aan Apple zijn. HotHardware heeft Windows 10 werkend gekregen op de nieuwe Mac mini met de M1.
Een handige ontwikkelaar heeft namelijk de repository van de qemu-processoremulator gebruikt om Windows 10 op Windows 10 met Microsofts Hyper-V-hypervisor te laten werken. HotHardware heeft met Hyper-V Windows 10 geïnstalleerd en de Mac mini met de M1 vergeleken met de Dell XPS 13 met Tiger Lake-U. Deze laptop heeft een Core i7 1065G7 met 8 threads tussen de 1,3 GHz en 3,9 GHz. De M1 blijkt, ondanks het feit dat er een emulator én een hypervisor gebruikt wordt, erg goed te presteren.
In Geekbench 5 behaalt de emulerende M1 in de single- en multi-threaded testen respectievelijk 1514 en 4983. De nieuwste XPS 13 weet hier 1567 en 5347 punten te behalen. Daarmee is de Dell respectievelijk 3,5% en 7,3% sneller dan Apple's strijdpaard. Voor Speedometer is het verschil ook amper te merken, maar in JetStream 2 geldt een prestatiedeukje van zo'n 13%.
Helaas heeft de techsite slechts de Mac mini heeft kunnen testen en niet de MacBook Air, de twee hebben een relatief vergelijkbare accu van 47 wattuur (de XPS 13) en 50 wattuur (MacBook Air). Wel is erg bijzonder dat de M1 slechts vier van zijn acht cpu-cores (de grote) aan de hypervisor beschikbaar heeft gesteld, waardoor hij zijn prestaties erg limiteert. Toch is hij bijna net zo snel als de Dell en een stuk sneller dan de Samsung Galaxy Book S, die de Snapdragon 8cx gebruikt. De 8cx moet een x86-processor emuleren om de arm-cores te laten werken op Windows en presteert duidelijk minder goed. De M1-soc weet zelfs 50% tot 80% sneller te zijn dan de Qualcomm-chip.
Bron: HotHardware