Aansluitingen en synchronisatie
Voordat we het over de lampjes gaan hebben, eerst nog even de ‘reguliere’ aansluitingen waarmee je een ventilator van stroom voorziet. Veel luxere ventilators beschikken namelijk over een vierpinsconnector, waarbij de vierde pin wordt gebruikt voor een pwm-signaal. Via dit pulssignaal kan een moederbord of andere fancontroller nauwkeurig de draaisnelheid regelen. Bij ventilators met drie pinnen gebeurt dat puur op basis van de geleverde spanning, wat minder precies is en bovendien secundaire functies verstoort, zoals de lichtsterkte van direct aangesloten lampjes en niet te vergeten het mechanisme van magnetische lagers. Vrijwel elke 4-pins fan kan echter ook worden aangesloten op een 3-pins fanheader en vervolgens via het voltage worden aangestuurd.
Let op: 'normale' RGB is geen addressable RGB
Bij rgb-fans is het niet alleen onwenselijk dat de lichtsterkte varieert met de spanningsgeregelde draaisnelheid, maar wil je de lichteffecten uiteraard ook kunnen synchroniseren over meerdere ventilators of zelfs met andere rgb-hardware in je pc. Vrijwel elke rgb-fan heeft daarom een tweede aansluiting puur voor de verlichting. Let daarbij op het verschil tussen reguliere rgb met een vierpinsconnector en ‘addressable’ of digitale rgb met een driepinsaansluiting. Bij reguliere rgb kan de ventilator één kleur tegelijkertijd aannemen, terwijl de leds bij addressable rgb individueel aangestuurd kunnen worden; denk bijvoorbeeld aan een regenboogeffect dat letterlijk rond de ventilator draait. Het is belangrijk dat je niet per ongeluk een addressable rgb-fan aansluit op een reguliere rgb-header of vice versa, gezien addressable rgb met een spanning van 5 volt werkt en ‘normale’ rgb op 12 volt. Om dezelfde reden geeft een pijltje op een rgb-connector aan welke pin 12 volt doorgeeft; je wil zo’n header niet verkeerd om inpluggen.
Bij fans met addressable rgb, zoals deze NZXT Aer RGB 2, kan elke led een andere kleur aannemen.
De makkelijkste manier om de verlichting van rgb-fans aan te sluiten, is de reguliere dan wel addressable rgb-kabels rechtstreeks in je moederbord pluggen. De meeste moderne moederborden hebben een of meerdere aansluitingen van beide types. Met een splitter kun je eventueel meerdere fans aansluiten op één header, maar die kun je dan logischerwijs niet langer los aansturen. Alle vier de grote moederbordfabrikanten hebben een rgb-ecosysteem gecreëerd, zoals Aura Sync van Asus of Mystic Light van MSI, waardoor je de verlichting samen kunt laten werken met die van andere hardware in je systeem.
Losse RGB-controllers
Heb je echter een ouder moederbord dat niet (voldoende) rgb-headers heeft, of wil je meer effectmogelijkheden dan deze one-size-fits-all oplossingen bieden, dan kun je terecht bij diverse fabrikanten die eigen aansturing voor rgb-fans hebben ontwikkeld. Vaak krijg je bij 2- of 3-packs een controllerkastje meegeleverd. Soms betreft het een ‘domme’ controller waarop je eenvoudig een kleur en/of effect kan kiezen met knopjes, maar Corsair en NZXT hebben met respectievelijk iCUE en CAM eigen softwarepakketten ontwikkeld. Om die te gebruiken sluit je de rgb-hub, die je achter de moederbordtray wegwerkt en waar alle rgb-kabels samenkomen, met één kabel aan op een vrije interne usb 2.0-header.
Zowel Corsair als NZXT bieden op die manier meer mogelijkheden dan de opties die je bij moederbordfabrikanten hebt. Zo kun je fans tegelijkertijd of achtereenvolgend verschillende, op elkaar aansluitende effecten laten weergeven of ze juist samenvoegen tot één groep die exact hetzelfde of juist het tegenovergestelde doen. Bovendien hoef je geen luxe moederbord met genoeg rgb-headers te hebben en lopen er minder kabels naar je moederbord. Er kleeft echter ook een belangrijk nadeel aan deze aparte ecosystemen: ze integreren niet met die van moederbordfabrikanten en dat betekent dat je de rgb niet kunt synchroniseren met hardware van derde partijen. Corsair heeft op dat punt het voordeel dat het meer soorten hardware maakt; je kunt bijvoorbeeld werkgeheugen, waterkoelers en randapparatuur van dezelfde fabrikant opnemen in de effecten.