Soorten en maten
We noemen ze wel generaliserend casefans, maar lang niet elke ventilator wordt in een computerbehuizing gebouwd. In de ventilatorwereld zijn er grofweg twee stromingen: fans die zijn geoptimaliseerd om een zo groot en wijd mogelijke luchtstroom te genereren (airflow), en exemplaren die juist een gerichte luchtstroom opwekken om met kracht door bijvoorbeeld een cpu-koelblok of een waterkoelingradiator te blazen (static pressure). Diverse fabrikanten nemen het primaire doeleinde van een fan simpelweg op in de productnaam: de Corsair SP-serie is bijvoorbeeld geoptimaliseerd voor statische druk, net als de Cooler Master MasterFan Pro Air Pressure. Veel andere ventilators zijn niet specifiek voor een van beide doeleinden bedacht en kunnen voor beide scenario’s worden ingezet – maar dat hoeft natuurlijk nog niet te betekenen dat ze ook in elk scenario goed presteren. Om dat te bepalen, testen we elke ventilator zowel in de vrije lucht als achter een radiator gemonteerd.
Corsair SP120 RGB Pro
Voor deze test hebben we ons beperkt tot ventilators in de twee populairste formaten, namelijk 120 en 140 mm. Veruit de meeste behuizingen, processorkoelers en radiators zijn bedacht op fans van (een van) deze twee formaten. Kleinere ventilators komen we af en toe tegen in zeer compacte kastjes, maar werken logischerwijs stukken minder efficiënt dan varianten met een grotere diameter. Het is dan ook een goede vuistregel om altijd zo groot mogelijke fans te plaatsen – in de testresultaten zullen we zien dat menig 140mm-fan beter presteert dan zelfs de best koelende 120mm-exemplaren.