AMD vs. Nvidia: welke videokaart moet je kopen? - augustus 2019

Unieke features: AMD is de FreeSync-troef kwijt

Prestaties en prijs zijn vanzelfsprekend de belangrijkste aspecten van een videokaart, maar AMD en Nvidia proberen je daarnaast met diverse extra’s over te halen om voor één van beide kampen te kiezen. De belangrijkste troef was de afgelopen jaren de techniek voor variabele verversingsfrequenties van monitoren. AMD’s Freesync kent een veel groter aanbod dat bovendien veel prettiger geprijsd is, terwijl Nvidia’s G-Sync een uitgebreide certificatie (en daarmee volgens Nvidia gegarandeerde kwaliteit) koppelt aan een dure, bij Nvidia in te kopen scaler. Freesync werkte niet met GeForce-kaarten, G-Sync niet met Radeons, dus in ieder geval qua kostprijs was dit een duidelijke plus voor AMD.

Dat is veranderd sinds Nvidia tijdens de CES in januari aankondigde om Freesync te gaan ondersteunen – feitelijk de achterliggende DisplayPort Adaptive-Sync technologie, maar voor de eindgebruiker maakt dat niet uit. Hoewel onze eerste ervaringen niet probleemloos waren en Nvidia niet garandeert dat ‘ongecertificeerde’ monitoren altijd goed zullen werken, zijn alle hordes voor het gebruiken van Freesync met een Nvidia-kaart weggenomen en speelt dit dus een veel minder grote rol bij de keuze voor AMD of Nvidia.

Met FreeSync of G-Sync is 'tearing' verleden tijd.

Ook andere zaken waarmee men zich voorheen trachtte te onderscheiden, bijvoorbeeld hardwarematige de/encoding van nieuwe videoformaten of het opnemen dan wel streamen van gameplay, behoren anno 2019 tot de standaard voorzieningen. De nieuwe troef van Nvidia mag duidelijk zijn: vooralsnog is het de enige fabrikant die real-time raytracing ondersteunt. Al heeft AMD laten blijken daaraan te werken, in de Navi-kaarten zit het nog niet. Aan de andere kant heeft AMD de eerdergenoemde mogelijkheden om bepaalde berekeningen in FP16-modus uit te voeren. In beide gevallen valt de adoptie in games vooralsnog tegen, al heeft Nvidia gelet op het verleden de betere papieren om spelontwikkelaars te kunnen overtuigen, en is real-time raytracing zonder twijfel een grotere stap op het gebied van beeldkwaliteit. Hoe belangrijk je al deze secundaire zaken vindt, blijft uiteindelijk een persoonlijke kwestie.