Custom RX 5700 & RX 5700 XT test: Asus RoG Strix vs. Sapphire Pulse review

Sapphire Radeon RX 5700 & RX 5700 XT Pulse

Van Sapphire ontvingen we de Pulse-versie van beide AMD Navi-videokaarten, de RX 5700 en RX 5700 XT. De Pulse-serie moet een betaalbaar alternatief voor AMD’s referentiekaart vormen; later zullen ook luxere modellen in de Nitro-reeks volgen.

Ook Sapphire heeft een eigen pcb ontworpen, met daarop een 7+3-fasen stroomvoorziening en net als bij Asus een bios-switch. De ‘performance mode’ maakt een hoger vermogen mogelijk dan de ‘quiet mode’.

De koeler op de Pulse-videokaarten maakt gebruik van twee verwisselbare ‘Quick Connect’-fans, die kenmerkend zijn voor Sapphire-kaarten. Deze 95mm-ventilators zijn voorzien van een dubbel kogellager. Optimalisaties aan de fanbladen zouden bovendien voor een stillere werking moeten zorgen dan bij de vorige generatie. Achterop de kaarten is een metalen backplate geïnstalleerd.

Er zit toch een verschil tussen de RX 5700 Pulse en RX 5700 XT Pulse:
de non-XT heeft minder heatpipes, namelijk drie in plaats van vijf.

Sapphire levert zijn eigen TriXX-software mee. Daarmee kun je onder meer overklokken, de gewenste bios kiezen en de rgb-verlichting van de videokaart aansturen. Nieuw is echter TriXX Boost, waarmee Radeon Image Sharpening wordt geactiveerd. Deze feature is vergelijkbaar met Nvidia’s DLSS en kan de resolutie waarin games worden gerenderd verlagen, waardoor je aan prestaties wint. Verderop in deze review vind je een test hiervan.

De RX 5700 XT Pulse heeft een maximale boostsnelheid van 1925 MHz, maar zou in games op ongeveer 1815 MHz uit moeten komen. Voor de RX 5700 Pulse gaat het om respectievelijk 1750 en 1700 MHz.

De Sapphire RX 5700 en RX 5700 XT Pulse zijn per direct verkrijgbaar en hebben adviesprijzen van respectievelijk 389 en 449 euro.