Apple iPad Mini (2019) review: de beste kleine tablet weer iets beter

Inleiding

Hoewel Apple zijn iPad-lineup jaar na jaar trouw van updates bleef voorzien, gold dat niet voor het kleinste model in de reeks: de iPad Mini. Na 2015 kwamen er lange tijd geen nieuwe edities meer uit, terwijl de prijs ongewijzigd bleef. Ook wie eigenlijk een kleinere tablet had willen hebben, kon daarom toch maar beter kiezen voor het standaardmodel met 10 inch-display. Eind maart kondigde Apple dan eindelijk een nieuwe iPad Mini aan.

Nu je in een hedendaagse smartphone een scherm aantreft met een diagonaal die vroeger voor tablets was voorbehouden, is het niet zo gek dat de interesse voor kleine tablets de afgelopen jaren niet bepaald is gestegen - terwijl ook de tabletmarkt als geheel is gekrompen. Konden we een jaar of vijf geleden makkelijk tien kleine tablets vinden met behoorlijke specificaties, zijn er nu nog maar een paar modellen te vinden. De rest van de markt voor kleinere tablets - modellen met een scherm van om en nabij de 8 inch - bestaat vooral uit budgetmodellen of exemplaren voor specifieke gebruikers, bijvoorbeeld in de bouw.

Nieuweling in vertrouwd jasje

Ook bij marktleider Apple was er voor wat betreft de kleinste iPad, de iPad Mini, de afgelopen jaren een beetje de klad in gekomen. Sinds 2015, toen Apple de vierdegeneratie iPad Mini uitbracht, kwam er jarenlang geen nieuw model meer uit. Dat terwijl de fabrikant wel ieder jaar trouw grotere iPads bleef uitbrengen, en de line-up intussen van uiuitgebreid met nieuwe modellen als de iPad Pro en iPad Air.

Recent bracht Apple eindelijk een nieuwe versie uit van zijn iPad Mini. Aan de buitenkant zie je aan bar weinig af dat je zojuist een nieuwe tablet hebt aangeschaft. De behuizing van de vijfdegeneratie iPad Mini is zo goed als ongewijzigd ten opzichte van voorgaande edities. We zien nog steeds het ontwerp dat al werd geïntroduceerd met de eerste iPad Mini uit 2012, waarbij de schermranden aan boven- en onderkant breder zijn dan aan de zijkanten. Van binnen is de iPad Mini wel geheel vernieuwd. In plaats van de Apple A8-SoC, die we nog wel kennen uit de inmiddels verouderde iPhone 6, zit in de nieuwe tablet een courante Apple A12. Apple heeft ook de hoeveelheden werkgeheugen en opslag opgeschroefd, het scherm verbeterd en ondersteuning voor peninvoer toegevoegd.

Niet langer budgetmodel

Hoewel de iPad Mini zijn leven begon als 'budget-iPad', is de nieuwe versie dat niet langer. Apple heeft de laatste jaren de 'gewone' iPad met 9.7 inch-scherm steeds goedkoper gemaakt, zodat hij begint bij 359 euro. Het basismodel van de iPad Mini is verkrijgbaar voor minstens 459 euro. In ruil daarvoor krijg je bij de kleinere tablet logischerwijs betere specificaties terug. Zo bevat de iPad 9.7 nog altijd de verouderde Apple A10-SoC, minder werkgeheugen en opslag en een minder goed scherm. Wil je een luxere variant van de iPad Mini, dan kun je het apparaat voor 170 euro extra uitrusten met vier keer zoveel opslag. Heb je tevens mobiele data nodig, dan mag je 140 euro extra neertellen. Op die manier komt ons testmodel - Apple stuurt ons steevast de meest luxe variant van zijn tablets toe - uit op een totaalprijs van 769 euro.

Als je kijkt naar concurrenten van andere merken, steekt de iPad Mini er qua prijs al helemaal met kop en schouders bovenuit. Zoals gezegd zijn veel andere kleine tablets gericht op de budgetmarkt. De zeldzame alternatieven die dat niet zijn, bijvoorbeeld de Lenovo Tab4 en Huawei Mediapad M5 (op Hardware.Info beide al eens in hun grotere uitvoeringen besproken) zijn alsnog veel goedkoper, met prijzen van gemiddeld respectievelijk 199 en 344 euro op moment van schrijven. In vergelijking met de iPad Mini zijn de hardwarespecificaties van die apparaten echter ook stukken minder indrukwekkend.