Testmethodiek
We testen monitoren op een aantal manieren. De meeste modellen meten we door met een oudere MicroVision SS220 semi-automatische colorimeter. Deze robot meet niet alleen de kleurweergave en -temperatuur, helderheid, contrast en gamma, maar ook de helderheid onder horizontale en verticale kijkhoeken van 45 graden. Ook bepaalt hij de uniformiteit (helderheidsverdeling) met een vergelijking van de helderheid op 25 punten.
Omdat de accuratesse van de kleurechtheidmeting van de SS220 beperkt is tot de oudere CIE1976 standaard, gebruiken we daarnaast een X-Rite i1 Display Pro colorimeter in combinatie met de geavanceerde Spectracal Calman 5 software om de monitoren ook hiermee door te meten. Daarbij registreren we maximale en minimale helderheid, contrast, gammawaarde en de kleur- en grijsafwijkingen op basis van CIE1994. Dat doen we omdat de modernere CIE2000 standaard nog altijd minder breed wordt ondersteund en we veel vergelijkingsmateriaal hebben met de oudere standaard. De nieuwe zullen we mettertijd stapsgewijs gaan invoeren in onze testprocedure. We gebruiken de i1 / Calman combinatie standaard voor metingen zoals de schermen uit de doos komen; als er een sRGB-stand is, stellen we het scherm daarop in voor deze meting. Als er een AdobeRGB-stand is, meten we die apart.
Naast de genoemde weergavemetingen, meten we doorgaans ook de reactiesnelheid, de overshoot en undershoot en de input lag. Bij gaming schermen doen we dat sowieso, bij andere schermen waar dit een mogelijk zinvol resultaat oplevert. Voor de eerste drie tests gebruiken we een fotometer in combinatie met een oscilloscoop. Voor de input lag test gebruiken we zowel een visuele vergelijking met een CRT (beeldbuis) monitor met behulp van hogesnelheid foto-opnames, als (waar mogelijk) een Leo Bodnar input lag tester. Die tester is voor het uitgangssignaal beperkt tot 1920x1080 en onze ervaring is dat de resultaten bij schermen met een hogere resolutie slecht reproduceerbaar, cq onvoorspelbaar zijn. Daarom vermelden we die resultaten niet altijd bij hogere resolutieschermen.
Ten slotte meten we het energieverbruik met behulp van gekalibreerde stroommeters, zowel bij weergave van een volledig zwart als een volledig wit beeld, en in de stand-by en uit-stand.
Instellingen voor tests
Voor alle tests geldt dat we de monitoren testen zoals ze uit de doos komen: zo zullen de meeste gebruikers deze ook inzetten. Hierbij maken we deze uitzonderingen: voor de kleurtemperatuurmeting proberen we het scherm in de stand te zetten waarbij de 6500 Kelvin het dichtst wordt benaderd, voor de sRGB- en AdobeRGB-metingen gebruiken we zoals gezegd de standen hiervoor, mits die aanwezig zijn. Als er geen sRGB-stand aanwezig is, doen we de Calman-metingen in de standaard (na herstel naar fabrieksinstellingen) weergave. Verder doen we alle metingen bij 100% helderheid, zowel omwille van een eerlijke vergelijking, als om de test hanteerbaar te houden.
Kalibratie
Vaak vragen lezers om monitoren te kalibreren, ofwel de instellingen zo aan te passen dat kleurweergave, helderheid en contrast geoptimaliseerd zijn. Dat doen we echter niet en wel om twee redenen. In de eerste plaats is het merendeel van de monitoren, vrijwel alle consumentenmodellen, alleen softwarematig te kalibreren. Dit houdt in dat je een kleurprofiel maakt voor je combinatie van videokaart en monitor: dat profiel werkt alleen met die specifieke combinatie en dan bovendien alleen voor het specifieke scherm dat je gebruikt. Ook identieke monitoren kunnen namelijk kleine onderlinge verschillen hebben, die een verschillend profiel vereisen. Hiermee stel je dus feitelijk het signaal van je videokaart bij.
Alleen monitoren voor de professionele markt en dan het gedeelte voor grafische toepassingen beschikt over de mogelijkheid deze hardwarematig te kalibreren. Dan nog blijft staan dat de instellingen die wij gebruiken, niet noodzakelijkerwijs zinnig zijn voor een exemplaar dat de lezer aanschaft. De tweede reden is dat kalibratie een tijdrovend proces is. Wat we wel kunnen doen is melden of onze testresultaten aangeven dat kalibratie zal leiden tot (bijna) perfecte weergave. Kalibratie levert altijd een verbetering op, maar de vereiste colorimeter is voor de meeste gebruikers te duur om dit zelf te doen - goede exemplaren kosten meer dan de meeste consumentenbeeldschermen.
Streefcijfers
Voor helderheid zien we bij voorkeur waardes boven de 250 cd/m² voor maximale helderheid en onder de 0,3 cd/m² voor minimale helderheid. Een helderheid hoger dan 300 cd/m² is feitelijk niet zinvol behoudens voor gebruik in extreem verlichte omgevingen en levert dus geen extra punten op. Maximaal contrast is idealiter boven de 800:1, 1000:1 is goed, daar (ruim) boven is uitstekend. Daarbij moeten we wel opmerken, dat contrastwaardes in niet verduisterde ruimtes veelal veel lager uitvallen en dat een contrast hoger dan 100-300:1 in de praktijk uitzonderlijk is. De gegeven waardes zijn vooral een indicatie van prestaties in gebruik: hoger is beter.
Voor de kleurtemperatuur is een waarde die de 6500 Kelvin zo dicht mogelijk benadert wenselijk; dit komt overeen met normale daglicht belichting. Waardes tussen de 6000 en 7000K zijn goed genoeg voor doorsnee gebruik, daar ver onder of boven levert minpunten op. Waardes tussen de 6400 en 6600K zijn uitstekend.
De gammawaarde dient de 2.2 zo dicht mogelijk te benaderen. Daarbij moeten we wel opmerken dat het hierbij ook van belang is dat de deelmetingen van 10% tot 100% helderheid óók zo dicht mogelijk bij deze 2.2 zitten, want elkaar compenserende uitschieters zijn niet wenselijk.
De kleur- en grijswaarde-afwijking is voldoende als deze lager dan 5 is, goed als deze lager dan 3 is en uitstekend als deze lager dan 2 is. Waardes boven de 5 zorgen ervoor dat we het product niet zullen aanraden voor andere dan incidentele beeldbewerking.
De reactietijden noteren we zowel in delen (rise & fall) als gecombineerd. De belangrijkste waardes zijn niet zozeer de gecombineerde 0%-100%-0% en 20%-80%-20% waardes, als de 'optimale' gemeten waardes. Die geven de resultaten weer van de instelling die zo min mogelijk overshoot en undershoot oplevert, maar wel de minimaal wenselijke snelheid van 16 ms benadert. We noteren zowel de resultaten zonder overdrive als met maximale en optimale overdrive, mits hiervoor instellingen aanwezig zijn. Mits artefacten door under- en overshoot beperkt blijven, zijn waardes van 16ms en lager voldoende, 10ms en lager goed en 6ms en lager uitstekend.
Input lag blijft een fenomeen waarvan de storende werking te betwisten valt, maar waardes hoger dan 16 ms zorgen ervoor dat we een scherm niet voor gaming zullen aanraden. Het is wel van belang te onthouden dat de resultaten van de vergelijking met CRT exlusief de responstijd van het paneel gelezen moeten worden en die van de Leo Bodnar tester inclusief die tijden.
Voor het stroomverbruik hangt het oordeel over de gemeten waarde af van het formaat van het scherm, de resolutie en kleurruimte (AdobeRGB-monitoren verbruiken meer door een complexer backlight). Wat wél vaststaat is dat een stand-by verbruik boven de 0,5W en een uit-verbruik boven de 0W niet wenselijk zijn. Een stand-by verbruik hoger dan 0,5W is bovendien in strijd met de EU wetgeving.
2 besproken producten
Vergelijk | Product | Prijs | |
---|---|---|---|
![]() |
Samsung U24E590D
|
Niet verkrijgbaar | |
![]() |
Samsung U32E850R
|
Niet verkrijgbaar |